dinsdag 21 september 2010

Ze stond alleen, haar voeten in het zand begraven, het water tot haar enkels. Ze vroeg zich af waar het allemaal fout was gegaan. De wind blies haar haren in de war en ze bibberde even, haar hoofd overdacht de zomer en de avonturen die ze had beleefd. Zo stond ze even, in gedachten weggezonken. Tot ze twee armen om haar heen voelde, ze draaide zich om, kuste zijn zachte lippen, glimlachte en kuste hem opnieuw. Hij streek haar haren achter haar oor en trok haar mee terug het strand op. Ze genoot van de warmte van het kampvuur en legde haar hoofd op zijn schouder. De laatste akkoorden werden aan geslagen en het hysterische gelach en de flirterige klanken van het gitaarspel doofde langzaam tot een oorverdovende stilte. Ze wisten het allemaal; de zomer was vertrokken, niemand zei een woord.

1 opmerking: